Wie moet je lezen om Rusland te begrijpen?

In de vorige eeuw behandelde Russische literatuur op aesopische wijze alles waar niet openlijk over mocht worden geschreven. Dat was een heerlijk genoegen voor de goede verstaander. Met het einde van de Sovjet-Unie en de afschaffing van de censuur verdween deze functie van literatuur en daarmee ook de belangstelling. Maar nu president Poetin de openbare mening steeds strakker controleert, zijn de schrijvers weer aan zet. Met hun absurdistische, satirische en dystopische verhalen en romans verbeelden schrijvers het Russische bestaan. Neerlands beste vertaler Arthur Langeveld over wat je moet lezen om het Rusland van nu te begrijpen.

door Arthur Langeveld

Het is lang geleden dat een vertaling van een moderne Russische schrijver in Nederland de bestsellerlijst haalde . Met het einde van de Sovjet-Unie lijkt er ook een einde gekomen aan de belangstelling voor de Russische literatuur. Heel vreemd was dat niet, want de Russische literatuur van na 1991 is nauwelijks te vergelijken met die van de decennia daarvoor. Toen had het merendeel van zowel de officiële als de onofficiële (dissidente), in het buitenland gepubliceerde literaire werken een duidelijke sociale en/of politieke strekking en stond, op enkele uitzonderingen na, stevig in de traditie van het realisme.

Na het ineenstorten van de Sovjet-Unie veranderde dat radicaal. Twee eeuwen lang had de literatuur in Rusland in bedekte termen (‘Aesopische taal’) bericht over alles waarover niet openlijk geschreven mocht worden. Die functie was zij nu in één klap kwijt geraakt, want in de jaren negentig van de vorige eeuw was de persvrijheid in Rusland nog groot en hoefde je om over de misère van het land te horen alleen maar de tv aan te zetten. Daarnaast had de literatuur nog enige andere, geweldige handicaps.

De lezersmarkt werd ineens overstroomd met een stortvloed van lectuur: glossy’s, sensatieblaadjes, porno, detectives, thrillers, doktersromans en nog veel meer, plus alle literaire werken uit binnen- en buitenland die tot dan toe verboden waren geweest. Bovendien had de gemiddelde Rus vaak twee of drie banen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, zodat er maar weinig tijd om te lezen overschoot. Die tijd besteedde de lezer dus liever aan wat luchtiger genres. En tot overmaat van ramp was het publiek in de Sovjettijd gewend geraakt aan zeer lage boekenprijzen. De meer marktconforme prijzen van de nieuwe tijd stuitten op grote weerstand en werden geruime tijd begroet met een ware kopersstaking.

Postmodern experimenteren

De schrijvers zelf leken schoon genoeg te hebben van het geëngageerde realisme, ze gingen massaal aan het experimenteren. Ze lieten zich daarbij inspireren door het postmodernisme, dat in het Westen al enigszins op zijn retour was, en door het eigen modernisme van de eerste decennia van de twintigste eeuw. Victor Jerofejev, Vladimir Sorokin en Viktor Pelevin waren de drie meest geruchtmakende ‘postmodernisten’ van die jaren, die ook vandaag de dag nog een belangrijke rol in het Russische literaire leven spelen. De eerste had begin jaren negentig veel succes met zijn schandaalroman ‘Een schoonheid uit Moskou’, een succes dat hij niet meer zou evenaren. Sorokin was de meest onvervalste postmodernist, met verhalen waarin de wereld van Toergenjev en die van de moderne maffia op een krankzinnige manier door elkaar heen lopen.

Pelevin debuteerde met het vermakelijke Omon, of de race naar de maan, een demasqué van het sovjettroetelkind, de ruimtevaart.

OmonBoekomslag van Pelevins roman Omon in de Engelse vertaling

Het thema van een dubbele werkelijkheid (de hele sovjetruimtevaart blijkt een schijnwereld) komt hier al naar voren. Dat zal hij in latere werken als Het leven der insecten nog meer uitwerken. Het is dan ook geen wonder dat hij uiteindelijk gefascineerd raakte door dé dubbele werkelijkheid van de moderne tijd, de virtuele werkelijkheid op internet, het hoofdthema van een aantal meer recente werken.

Absurdistische verhalen

In de jaren negentig had ook een aantal oudere schrijvers dat in de Sovjettijd zijn werk niet door de censuur had kunnen krijgen, eindelijk de mogelijkheid gepubliceerd te worden. Een van hen was Ljoedmila Petroesjevskaja (1938) die het meest bekend is geworden door haar vaak absurdistische korte verhalen over gewone mensen die in een desintegrerende wereld moeten zien te overleven. In veel van haar verhalen is niet alleen de buitenwereld een jungle, maar ook de huiselijke, intieme kring. Tot op de dag van vandaag publiceert ze verhalen waar werkelijkheid en fantasie door elkaar lopen en de mensen het voornemen hebben elkaar de verschrikkelijkste dingen aan te doen. Recente Engelse vertalingen hebben haar in de VS beroemd gemaakt. Ze publiceert al jaren regelmatig in de New Yorker.

593px Ludmilla Petrushevskaya seven 2009 Shankbone NYC
Ljoedmila Petroesjevskaja. Foto David Shankbone

Ook Vladimir Makanin (1937) behoort tot deze categorie. Hoewel hij in de Sovjetperiode een aantal bundels met soms heel opmerkelijke verhalen en novellen gepubliceerd had weten te krijgen, kwam hij pas tot bloei in de jaren negentig. Zijn beste werk is de omvangrijke roman Underground of Een held van onze tijd. De held, een schrijver die in de Sovjettijd een zekere status had als lid van de ‘underground’, blijkt in de nieuwe wereld van de jaren negentig zijn prestige geheel kwijt te zijn geraakt. Hij leeft als woningoppasser in een wanstaltig flatgebouw, een doolhof van gangen en appartementen met bewoners van velerlei pluimage die natuurlijk een symbool is van de Sovjet-Unie. Als de jaren negentig aanbreken is de schrijver annex huisoppasser niet meer nodig en wordt hij op straat gezet. Hij gaat in de rauwe buitenwereld bijna te gronde, tot de tijden weer veranderen. Gelukkig is er weer behoefte aan woningoppassers en hij wordt, nog net op tijd, opnieuw in genade aangenomen.

Na Underground heeft Makanin nog een aantal forse romans geschreven, die interessant genoeg zijn, maar niet helemaal het niveau van zijn meesterwerk halen. Wel geeft hij de actualiteit er een grote rol in. In Schrik, dat draait om een oude voyeur die in een datsja-park jonge vrouwen bespiedt, speelt het beste deel zich af rondom de bezetting en belegering van het ‘Witte Huis’ in 1993, toen president Jeltsin het opstandige parlement liet beschieten. In Asan staat de oorlog in Tsjetsjenië centraal. De hoofdpersoon, een majoor van het Russische leger die een levendige handel met de rebellen drijft, belichaamt de dubbelzinnigheid en absurditeit van deze oorlog.

Macho’s huilen niet

Naast de voornoemde, niet altijd even gemakkelijk toegankelijke schrijvers, die hun ideeën in sterk gestileerde vorm brengen, waren er auteurs die het rauwe Russische leven in onverdunde vorm brengen. Ilja Stogoff (1970) met zijn Macho’s huilen niet geeft een beeld van een Rusland vol alcoholisten, drugsverslaafden en kaalgeschoren mannen vol tatoeages in witte Mercedessen voor wie een moord meer of minder geen enkele betekenis heeft. Wie in hun wereld verzeild raakt is reddeloos verloren.

Boekomslag Stogoff'De 4de golf' van Ilja Stogoff


Aleksandr Ivanov (1969) geeft in zijn (niet in het Nederlands vertaalde) Общага на крови (letterlijk maar bloedeloos te vertalen als Studentenhuis op het bloed) een huiveringwekkend beeld van een studentenhuis waarin elk blijk van menselijke goedheid kansloos is en meedogenloos de kop wordt in gedrukt. In De man die zijn wereld opdronk staat een jonge leraar in de Oeral met zijn leerlingen centraal. Ook in dit boek is de afloop tragisch en wordt elk blijk van goedheid en onbaatzuchtigheid als een zwakte gezien, die tot de ondergang leidt. De stijl van zowel Stogoff als Ivanov is overeenkomstig de inhoud, ongepolijst en vol slang.

Ljoedmila Oelitskaja (1943) behoort tot de oudere generatie maar debuteerde pas in 1992 met de korte roman Sonetsjka, die een groot succes werd. Hierop volgde bijna elk jaar een roman, waarvan Medea en haar kinderen het meest bekend werd. Inhoudelijk en stilistisch verschilt haar werk sterk van alle tot nu toe genoemde schrijvers. Zij is typisch een ‘middle of the road’ schrijfster, zij schrijft algemeen beschaafd Russisch en haar werk blijft dichter bij de realiteit van ‘normale mensen’. Maar juist daardoor is ze populair bij een breed publiek.

512px Lyudmila Ulitskaya 4Ljoedmila Oelitskaja. Foto Dmitri Rozjkov


De eenentwintigste eeuw bracht vooreerst geen verandering in de Russische literaire scene. Maar al gauw bleek dat Vladimir Poetin, die op oudejaarsdag 1999 tot Jeltsins opvolger was gepromoveerd, een wat andere koers ging varen dan zijn voorganger en streefde naar een zeer autoritaire presidentiële regeervorm. Radio, tv en pers werden aan banden gelegd, kritische journalisten met een zekere regelmaat vermoord, maar de literatuur werd kennelijk te marginaal geacht om er serieuze maatregelen tegen te treffen. Zodat deze onverwacht weer de taak kreeg die ze zovele jaren onder de tsaren en de partijsecretarissen had gehad: schrijven over datgene waarover anderen niet meer konden schrijven.

Sorokin laat geleidelijk zijn postmodernistische experimenten varen. Zijn thema wordt steeds meer de nabije toekomst van Rusland, die hij in bijvoorbeeld de verhalenbundel Het suikerkremlin en de roman De dag van de Opritsjnik schildert.

Vladimir Sorokin foto Elke WetzigVladimir Sorokin. Foto Elke Wetzig

Die toekomst (gesitueerd in 2028) is niet rooskleurig. Rusland heeft weer een tsaar, die een schrikbewind à la Ivan de Verschrikkelijke voert en zich omringt met knokploegen die de bevolking terroriseren, net zoals Ivan dat in de zestiende eeuw deed met zijn Opritsjniki. Rusland is een soort middeleeuwse maatschappij, met snelle auto’s en smartphones, dat wel, maar waar de olie- en gasvoorraden al zozeer zijn uitgeput dat de bevolking in het bos dennenappels moet verzamelen om de samovar aan te kunnen maken. En waarin Rusland geheel afhankelijk is geworden van China.
Ook de virtuele wereld van Pelevin krijgt in de eenentwintigste eeuw steeds meer autoritaire en gewelddadige trekken.

Heden en verleden

In 2000 breekt Michaïl Sjisjkin (1961), die sinds 1995 in Zwitserland woont, in Rusland door met zijn roman Взятие Измаила (De verovering van Izmail, niet in het Nederlands vertaald), een moeilijk toegankelijke caleidoscopische roman, waarin personages in vele tijden, voor en na de Revolutie, door elkaar heen lopen en waarin gebruikt wordt gemaakt van vele taallagen, van slang tot Oud-Kerkslavisch.

750px Michail Schischkin 3Michail Sjisjkin met zijn boek Venushaar.  Foto Stephan Röhl


Ook in het hierop volgende Venushaar lopen heden (een tolk in een asielzoekerscentrum in Zwitserland) en verleden (een provinciestad tussen 1915 en 1930) door elkaar heen. Zijn voorlopig laatste en meest succesvolle boek Onvoltooide liefdesbrieven behelst een briefwisseling tussen een jongeman en een jonge vrouw. Het is omstreeks 1900 en de jongeman wordt als militair naar China uitgezonden om de Bokseropstand te helpen onderdrukken. Hij sneuvelt maar zijn brieven blijven komen, steeds maar over dezelfde tijd in China, terwijl de brieven van de vrouw meegroeien met de tijd en een beeld geven van het moeilijke leven in de Eerste Wereldoorlog en daarna tijdens de Burgeroorlog en de jaren twintig en dertig. Een briefwisseling over de dood heen, waarin de ene kant stil blijft staan en de andere een duizelingwekkende ontwikkeling doormaakt.

Sterke satire

Een geval apart is Dmitri Bykov (1967), met afstand de meest productieve schrijver van het hedendaagse Rusland. Jammer genoeg is er op één verhaal na niets van hem in het Nederlands vertaald. Bykovs genre is de satire (zo heet een van zijn boeken Hoe Poetin president van de VS werd). Hij is de auteur van enige romans en een hele reeks verhalen, twee vuistdikke biografieën over respectievelijk Boris Pasternak en Boelat Okoedzjava, en schrijft wekelijks een column (op rijm!) in Ruslands laatste onafhankelijke krant Novaja Gazeta.

En wie hem op You Tube opzoekt treft daar enige tientallen lezingen over oude en nieuwe Russische schrijvers en dichters aan, de meeste bijzonder interessant. Van zijn recente werken zijn de twee romans Списанные (letterlijk Zij die op een lijst staan) en Оправдание (De rechtvaardiging) opvallend. De eerste gaat over een man die merkt dat hij op een lijst staat. Waar die lijst is is hem niet bekend, evenmin als het waarom ervan. Maar hij merkt dat hij op sommige plaatsen niet meer welkom is, dat sommige dingen hem belemmerd worden. Hij blijkt ook niet de enige te zijn. Het boek geeft een ondanks de humor toch tamelijk beklemmend beeld van een nabije toekomst.

In het tweede boek, De rechtvaardiging, gaat het om het verleden. Een journalist doet onderzoek naar een voorvader die tijdens de repressies van de Stalintijd is verdwenen. Het blijkt dat slachtoffers van de arrestaties die de ondervragingen en martelingen wisten te overleven bijeen werden gebracht in speciale kampen om daar tot Übermenschen te worden gevormd. De rechtvaardiging is een variant op het thema van de alternatieve geschiedenis, hoe het ook geweest had kunnen zijn, dat je ook bij de vroege Pelevin en Sorokin wel zag. Het probleem van veel van Bykovs werken is het probleem van veel satire: ze vereisen voor een goed begrip zoveel specifieke kennis van Rusland dat de grap een buitenlands lezerspubliek algauw ontgaat.

Buitenbeen Prilepin

Met zijn kaalgeschoren hoofd en zijn openlijk beleden pro-Poetin standpunten is Zachar Prilepin (1975) een buitenbeentje tussen de hier besproken schrijvers, van wie je veel kunt zeggen, maar niet dat ze grote vrienden van het huidige regime zijn. Prilepin heeft al enige romans gepubliceerd over uiteenlopende onderwerpen als de Tsjetsjeense oorlog en de 'nationaal-bolsjewieken', een extreem nationalistische, verboden groepering onder leiding van de bekende schrijver Eduard Limonov. In zijn laatste, omvangrijkste en belangrijkste boek slaat hij een heel andere weg in. Обитель (Het klooster) is een roman over de jaren twintig toen het klooster op de Solovki-eilanden in de Witte Zee als eerste concentratiekamp in gebruik was. Het is een keurige, misschien iets te wijdlopige (het telt bijna 800 bladzijden) historische roman waarin van alles overhoop wordt gehaald, geschreven in een niet erg opvallende stijl, over een van de vele pijnpunten uit de Russische moderne geschiedenis.

Debuutroman over koelakken

Een nog veel erger pijnpunt is het onderwerp van een van de beste debuten van de laatste jaren, Зулейха открывает глаза (Zoelejcha opent haar ogen) van de uit Tatarstan afkomstige Goezel Jachina (1974). Ook dit is een historische roman, over de periode 1930-1946, de tijd van (onder veel meer) de moorddadige campagnes tegen de ‘koelakken’, de zogenaamde rijke boeren, die werden onteigend, vermoord of op transport gezet naar Siberië. Dat laatste overkomt Zoelejcha, een analfabete Tataarse boerenvrouw van dertig jaar oud. Haar man wordt doodgeschoten en zijzelf wordt met vele anderen in een lange trein met veewagons op transport gezet naar de Angara in Oost-Siberië. Daar aangekomen worden de bannelingen aan hun lot overgelaten en moeten ze de winter op eigen kracht zien door te komen. Er is al veel over de ‘dekoelakisatie’, zoals dat werd genoemd, geschreven, maar nog niet vaak vanuit het perspectief van een van de slachtoffers.

JakhinaRussische uitgave van Zoeleicha opent haar ogen

Jachina weet de gruwelijke gebeurtenissen vaardig te doseren en er af en toe nog een sprankje licht bij toe te laten en een klein beetje hoop voor de toekomst, hoewel ze die met even vaardige hand vaak net zo hard weer onderuithaalt. Zoelejcha opent haar ogen is niet alleen door het onderwerp interessant, maar ook literair van heel hoog niveau.

Populaire detectives

Het toneel van de recente Russische literatuur overziende valt het op hoe weinig romans er eigenlijk aan het Rusland onder Poetin zijn gewijd. Veel schrijvers zoeken het in het verleden, of juist in de toekomst, zoals Sorokin en Pelevin, of in het buitenland, zoals Oelitskaja met haar verhalen over de Russische emigratie. Een directe confrontatie met de hedendaagse werkelijkheid lijkt het merendeel te vermijden. Dat is gezien de huidige politieke situatie in het land natuurlijk begrijpelijk (je weet maar nooit wat je je op je hals haalt), maar toch erg jammer.

Het moderne Russische leven vind je tegenwoordig in hoofdzaak in de lichtere genres, de detectives, thrillers en amusementsliteratuur. Bij schrijfsters (deze markt wordt vrijwel geheel door vrouwen beheerst) als Aleksandra Marinina, Elena Michalkova of Tatjana Oestinova en vele anderen. Wie wil lezen over het gewone leven van gewone mensen in het Rusland van nu, kan het beste bij hen terecht, want ook al moeten hun werken voldoen aan de wetten van de bestsellers en moet het end dus happy zijn, toch worden er tussen de regels door de nodige inkijkjes in het echte Russische leven gegeven. Helaas is er van hun werk, met uitzondering van enige detectives van Marinina, nooit iets in het Nederlands vertaald.

In het Nederlands vertaald

Viktor Jerofejev
Een schoonheid uit Moskou, vert. Arie van der Ent. Rainbow pockets, Amsterdam 1990.
De goede Stalin, vert. Arie van der Ent. Meulenhoff 2005
Een vrolijke hel. Het Rusland van Poetin. Vert. Arie van der Ent, Meulenhoff 2007.
Vladimir Sorokin
De rij, vert. Anne Stoffel en Helen Saelman. Wereldbibliotheek 1994.
IJs, vert. Helen Saelman. Ambo 2002
De dag van de Opritsjnik. Vert. Annelies de Hertogh en Gretske de Haan. Douane 2016. 
Viktor Pelevin
Omon en de race naar de maan, vert. Aai Prins. Wereldbibliotheek 1995.
Het leven der insecten, vert. Aai Prins. Wereldbibliotheek 1997.
De helm der verschrikking. De mythe van Theseus en de Minotaurus, vert. Froukje Slofstra. De Bezige Bij 2006.
Ljoedmila Petroesjevskaja
Netten en Strikken, vert. Helen Saelman. Wereldbibliotheek 1989.
De nacht is aan mij, vert. Anne Stoffel. Wereldbibliotheek 1993.
Vladimir Makanin
Underground of een held van onze tijd, vert. Arthur Langeveld. De Arbeiderspers 1999.
Schrik, vert. Gerard Cruys. De Arbeiderspers 2006
Asan, vert. Gerard Cruys. De Arbeiderspers 2008.
Ilja Stogoff
Macho’s huilen niet, vert. Arie van der Ent. Vassallucci 2004.
Aleksej Ivanov
De man die zijn wereld opdronk, vert. Anna Kouznetsova, Arjen Uijterlinde en Jos Vonhoff. Meulenhoff 2008.
Ljoedmila Oelitskaja
Medea en haar kinderen, vert. Arie van der Ent. De Geus 1998.
Een Russische geschiedenis, vert. Arie van der Ent. De Geus 2014.
Vrouwenleugens, vert. Arie van der Ent. De Geus 2007.
Michail Sjisjkin
Venushaar, vert. Gerard Cruys. Querido 2014.
Onvoltooide liefdesbrieven, vert. Gerard Cruys. Querido 2013.
Verhalen van Jerofejev, Sorokin, Pelevin, Petroesjevskaja, Makanin en Bykov 
Moderne Russische Verhalen. Samenstelling en vertaling Arthur Langeveld en Madeleine Mes. Atlas 2009.
Gjoezel Jachina
Zulajka opent haar ogen. Vert. Arthur Langeveld, verschijnt voorjaar 2017 bij Querido.