In de Baltische landen maakt men zich zorgen over vreemde incidenten met rivierboeien, migranten, beschadigde auto’s en digitale aanvallen. Valt er een patroon te ontwaren en is Rusland bezig de NAVO te testen en de druk op te voeren? Balticum-kenner Jeroen Bult over de ongrijpbare ‘hybride oorlogsvoering’ en wat de Baltische landen ertegen doen.
Grensovergang tussen de Estse stad Narva en Russische stad Ivangorod is door Rusland gesloten 'wegens werkzaamheden'. Foto: William John Gauthier
door Jeroen Bult
Het zijn wonderlijke beelden die de PPA, de grenswacht van Estland, onlangs vrijgaf. Te zien valt dat er, in het holst van de nacht, plotseling een kleine boot bij de vaargeul in de Narva-rivier arriveert, ter hoogte van de gelijknamige Estse stad. Drie mannen tillen enkele oranje boeien die de geul afbakenen, en die daar ooit door de Esten zijn neergelaten, uit het water. Ze laden de in totaal 25 boeien, zo valt te zien op andere beelden, vervolgens over op een iets grotere boot en zetten weer koers richting de Russische zijde van de grensrivier. Estland stond, na het krieken van de dag, perplex. De PPA had naar eigen zeggen niet willen ingrijpen ‘om een escalatie te voorkomen’, maar politiek, publiek en media waren het erover eens dat Rusland weer een tandje had bijgezet in zijn ‘hybride oorlogsvoering’.
Dat begrip is de afgelopen maanden veelvuldig de revue gepasseerd. Ruslands ‘hybride oorlog’ tegen de Baltische landen (en Finland), hartstochtelijke pleitbezorgers van Westerse militaire steun aan Oekraïne en van een keiharde aanpak van Rusland, is, zo concludeerde onder andere de Estse inlichtingendienst, een nieuwe en meer intimiderende fase ingegaan en is voor de ‘gewone’ burger een stuk dichterbij gekomen. Het aantal, vreemdsoortige, incidenten stapelt zich in ieder geval op. Valt er een patroon te ontwaren en voert Rusland de druk op Estland, Letland en Litouwen (en Finland) inderdaad op? Het antwoord op die vragen hangt er mede van af, hoe men ‘hydride oorlogsvoering’ definieert en welke Russische, op de westerburen gerichte, activiteiten men tot die vorm van oorlogsvoering rekent.
Een riviergrens en een zeegrens
De Zweedse buitenland-denktank Frivärld (Stockholm Free World Forum) valt in een recent rapport over Ruslands hybride praktijken ten aanzien van Noord-Europa terug op een definitie van een ander, gespecialiseerd instituut in Helsinki. Het European Centre of Excellence for Countering Hybrid Threats (Hybrid CoE) spreekt van ‘schadelijke activiteiten die met kwaadaardige bedoelingen worden gepland en uitgevoerd [en die zijn gericht op] het ondermijnen van een doelwit, zoals een land of een instelling, met behulp van een breed scala aan, vaak gecombineerde, middelen’. Frivärld voegt hier aan toe dat die activiteiten deel uitmaken van een ‘alomvattende benadering’, in het kader waarvan ‘economische, juridische, diplomatieke, op [des-] informatie gerichte […] en andere middelen worden gebruikt, als dat effectief wordt bevonden’. Die worden met opzet onder de ‘limiet’ van Artikel 5 van het NAVO-Verdrag gehouden, het artikel dat een aanval op een bondgenoot beschouwt als een aanval op alle bondgenoten en de NAVO-landen verplicht de aangevallen lidstaat, al dan niet gewapend, te hulp te schieten.
Acties die onvoorspelbaar zijn, die doelwitten kiezen die voor de buitenstaander ondoorgrondelijk en willekeurig zijn lijken andere basisingrediënten te zijn. Toch zal de Russische actie op 23 mei niet iedereen in Estland hebben overrompeld. Het land ontbeert namelijk een rechtsgeldig grensverdrag met Rusland. De twee hebben, in mei 2005 en februari 2014, tot tweemaal toe dus, een land- en zeegrensverdrag getekend – de Narva-rivier wordt vermeld in het landgrensverdrag – maar Rusland heeft nog steeds geen begin gemaakt met het ratificatietraject. Het plaatsen van de boeien was gebaseerd op een informele overeenkomst tussen de Estse en de Russische grenswachten in 2022. Rusland, dat vorig jaar al eens bezwaar aantekende tegen de locaties van de Estse boeien, kan zich ter ‘rechtvaardiging’ van zijn actie in het donker dus altijd nog verschuilen achter het ontbreken van een (land-) grensverdrag, ook al had het dat jaren geleden al kunnen bekrachtigen. Estland ontbood de Russische zaakgelastigde en eiste de boeien terug, maar Rusland hult zich in stilzwijgen.
Wat de, weldra ‘hybride’ gedoopte, boeien-affaire echter extra beladen maakte, is dat deze zich twee dagen na een andere opvallende, en in de internationale media breed uitgemeten, affaire afspeelde. Op 21 mei dook een ‘voorstel’ om tot wijziging van de in de zeegrensverdragen met Litouwen (1997) en Finland (1967) aangehouden basislijnen over te gaan op op een website van de Russische overheid. De coördinaten zouden verouderd zijn. Het plan, afkomstig uit de koker van het Russische ministerie van Defensie, was de 22ste weer verdwenen van de internetpagina in kwestie. Strikt genomen, volgens het internationaal zeerecht, heeft Rusland het recht een dergelijke suggestie te doen. [Zie ook het artikel van zeerechtjurist Alex Oude Elferink op deze site].
De reactie in Litouwen liet zien dat het land onder hoogspanning staat. ‘Een nieuwe Russische hybride operatie is in gang gezet, ditmaal [betreft het] een poging om angst, onzekerheid en twijfel te zaaien over [Ruslands] intenties in het Oostzee-gebied’, luidde het commentaar van de Litouwse minister van Buitenlandse Zaken Landsbergis op X.
Een buitenlandse diplomaat in de regio hield het iets zakelijker: ‘Niemand weet wat het Russische ministerie van Defensie exact voor ogen had, en ja, wat Rusland voorstelde, is juridisch legitiem, maar hoe het ook zij, ze zullen daar in het Oosten heel blij zijn met alle ontstane consternatie. Het kan vrijwel geen toeval zijn dat dit document online komt in dezelfde week dat Rusland grensboeien uit de Narva-rivier haalt.’
Incidenten stapelen zich op
De nervositeit bleek duidelijk tijdens een treffen van de ministers van Defensie van de drie republieken in de Litouwse badplaats Palanga, luttele kilometers van die zeegrens met Rusland/Kaliningrad. Het overleg werd volledig overschaduwd door Ruslands, even snel verschenen als verdwenen, propositie. Andris Sprūds, de Letse minister, zei een een breder patroon van ‘aanvallen’ op de Baltische landen te kunnen ontwaren. Als andere voorbeelden noemde hij illegale migratie, cyber attacks en desinformatie.
De defensie-ministers van Estland, Litouwen en Letland bijeen in Palanga om hun afschrikking tegen Rusland te verhogen. Foto Litouws ministerie van Defensie
In november en december 2023 nam het aantal migranten uit ‘derde landen’dat zich aan Estlands oostgrens meldde, bij de brug over de Narva-rivier, inderdaad sterk toe, al helemaal nadat Finland de grens met Rusland had gesloten. Onder hen bevonden zich Somaliërs, Syriërs en opmerkelijk veel Moldaviërs. Volgens de PPA beschikten de meeste migranten over een Russische verblijfsvergunning of visum en werden zij aangemoedigd (of gedwongen?) om Rusland te verlaten, zonder evenwel geldige paperassen voor de EU op zak te hebben. Russische grenswachters filmden de pogingen van de migranten om Estland binnen te komen en schroomden niet om de beelden op internet te zetten. De PPA liet snel betonnen ‘drakentanden’ op de brug neerzetten. Estland zou het gedeelte voor het voetgangersverkeer later volledig afsluiten, voor de nachtelijke uren, terwijl Rusland in februari de doorgang voor het gemotoriseerde verkeer heeft gestopt, ‘noodzakelijke reparatiewerkzaamheden’ aanvoerend als excuus.
De, intussen weggeëbde, migratiecrisis past een in rijtje van uiteenlopende, soms ronduit zonderling aandoende incidenten die zich sinds de herfst van 2023 hebben voorgedaan. Honderden Russischtalige e-mails met bommeldingen, die naar verluidt de nodige taalfouten bevatten,bereikten in oktober gemeentehuizen, musea, stations, vliegvelden en vooral (kleuter-)scholen in Estland, Letland en Litouwen. De noodnummers raakten daarop overbelast. De auto’s van de Estse minister van Binnenlandse Zaken, Läänemets, en de hoofdredacteur van Russischtalige versie van het Estse nieuwsportaal Delfi werden in december beschadigd. Verantwoordelijk was een groep door Rusland op sociale media geronselde criminelen, zo tekent de Estse inlichtingendienst, de Kaitsepolitsei, op in haar jongste jaarverslag. Indruk heeft het kennelijk niet gemaakt op minister Läänemets, want die zou enkele weken later de Russisch-orthodoxe congregaties in Estland onder druk zetten om te breken met de moederkerk in Rusland (vooralsnog zonder succes).
Monumenten en GPS-verstoring
Hetzelfde criminele gezelschap heeft in januari ook enkele monumenten ter ere van Estse en buitenlandse (onder wie ook Nederlandse) Waffen-SS-ers die in 1944 tegen het oprukkende Rode Leger vochten, vernield. Dit is tegen het zere been van de Esten, die deze Waffen-SS-ers niet als nazi’s beschouwen, maar als koene strijders tegen de terugkeer van het communisme. (Tussen Oekraïne en Rusland speelt een soortgelijke controverse rond de aanhangers van Stepan Bandera die met de nazi's heulden om de communisten te verdrijven.)
Läänemets, de Estse premier Kallas, de Litouwse minister van Cultuur Kairys, maar liefst 59 Letse (oud-) parlementariërsen verschillende topambtenaren werden in februari en maart door Rusland op een lijst van gezochte personen gezet.
Van een geheel andere, meer riskante orde was het verstoren van het GPS-navigatiesysteem in april. Twee Finse vliegtuigen die op weg waren naar het Estse Tartu zagen zich gedwongen rechtsomkeer te maken. Experts in Estland, Litouwen en Zweden spraken onlangs ten overstaan van de Duitse ARD dat de oorzaak van de gevaarlijke onderbrekingen valt de herleiden tot Kaliningrad. Niet minder zorgwekkend was de brandstichting bij filiaal van meubelgigant IKEA, op 9 mei in Vilnius. De Poolse premier Tusk verklaarde anderhalve week later dat negen naar aanleiding van sabotage-acties [sic] op Pools grondgebied gearresteerde verdachten ook bij de (snel gebluste) brand in de Litouwse hoofdstad betrokken waren. Zij zouden in opdracht van Rusland hebben gehandeld. De Litouwse president Nausėda waarschuwde, zonder nadere details te verschaffen, tijdens een verkiezingsdebat op LRT radijas dat ‘we over informatie beschikken dat zulke sabotage zich opnieuw kan voordoen’.
Fluïde grens tussen 'echte' en 'hybride' aanval
Maar de eveneens door minister Sprūds aangehaalde cyber attacks en desinformatie wijzen erop dat het al met al toch een hele uitdaging is om tot een zo beknopt en compleet mogelijke definitie van het begrip ‘hybride oorlogsvoering’ te komen. Aanvullende vragen dringen zich op. De grens tussen een ‘hybride’ en een ‘echte’, conventionele aanval, tussen onder de Artikel 5-limiet blijven of niet, kan fluïde zijn. Niet alleen cyber aanvallen zijn daar een voorbeeld van, ook de ontwrichting van de Balticconnector-gaspijpleiding tussen Finland en Estland in oktober 2023, ten gevolge van ‘een externe activiteit’ (citaat van de toenmalige Finse president Niinistö), is dat. Mocht Nausėda gelijk krijgen en mochten sabotage-acties de na 2022 in ijltempo opgetuigde militaire infrastructuur in zijn land raken: komt Artikel 5 dan toch in zicht?
Schade aan de onderwater gaspijp tussen Finland en Estland, vermoedelijk door sabotage. Foto Finse grenspolitie.
Als het verspreiden van desinformatie onder ‘hybride oorlogsvoering’ valt: wanneer is de Russische ‘hybride oorlog’ tegen Estland, Letland en Litouwen dan eigenlijk precies begonnen? Die mogen bijvoorbeeld al meer dan drie decennia vernemen dat ze ‘de Russische minderheden discrimineren’. Meelis Oidsalu, oud-topambtenaar van het Estse ministerie van Defensie, schreef in een lange analyse in de Estse krant Postimees dat Estland reeds in 1939, het jaar dat Stalin aanstuurde op annexatie van de Baltische landen, werd geconfronteerd met allerhande hybride methoden. Moet Ruslands geschiedvervalsing (de ‘vrijwillige toetreding van de Baltische landen tot de Sovjet-Unie’) ook niet als ‘hybride’ worden bestempeld? En verdienden hybride praktijken van Belarus niet meer aandacht? Dat dumpte in 2021 al weerloze migranten bij de grenzen met Litouwen en Polen en lijkt de geschiedenis nu ook te hebben ontdekt als ‘nuttig’ wapen: ‘onderzoekers’ claimen dat het middeleeuwse groothertogdom Litouwen in feite een proto-Belarussische staat was.
Aftasten en afschrikken
Over Ruslands doelstellingen lijken de regionale deskundigen het wel eens te zijn. ‘De Russen tasten af, hoe wij, de doelwitten zelf en de bondgenoten verder weg, zullen reageren’, licht Tomas Jermalavičius, verbonden aan het International Centre for Defence and Security (ICDS/RKK) in Tallinn, desgevraagd toe. ‘Het is allemaal zo uitgedacht dat het slechts om kleinschalige acties lijkt te gaan die, ogenschijnlijk, geen collectief antwoord [van de NAVO] waard zijn, maar die vervolgens naar een punt toe kruipen dat de alliantie moet bepalen, hoe serieus zij de belofte “iedere vierkante centimeter” van haar grondgebied te zullen verdedigen zelf neemt’.
De ‘doelwitten’ lijken echter vastberaden niet bij de pakken neer te zitten. Oidsalu geeft in zijn artikel (dat twee dagen voor de ‘boeienaffaire’ werd afgedrukt) zelfs blijk van optimisme: ‘De afgelopen jaren is Estlands opstelling veranderd en, in aanvulling op puur [defensieve] operaties, heeft de regering pro-actieve initiatieven aan haar repertoire toegevoegd – die van invloed zijn op de bewegingsruimte van de tegenstander’. Hij noemt onder andere het op zwart zetten van Russische tv-zenders, het sluiten van grensovergangen, het vervolgen en uitzetten van provocateurs, het aanpakken (door Läänemets) van de Russisch-orthodoxe kerk en het bevriezen van Russische vermogens. De PPA op zijn beurt wil vijf nieuwe radarposten bouwen langs de Narva-rivier.
Of het tegenstander Rusland werkelijk zal afschrikken, valt nog te bezien.