Russische economie: een doos van Pandora

De oorlogseconomie van Rusland herbergt talrijke raadsels. De cijfers over de toestand van de volkshuishouding zijn zo tegenstrijdig dat die zich niet goed laat diagnosticeren. Volgens de officiële data gaat het Rusland voor de wind. De Centrale Bank slaat tegelijkertijd alarm dat de sancties wel degelijk pijn gaan doen. Hoe betrouwbaar zijn de statistieken? Hubert Smeets peilt een doos van Pandora.

 De Tverskajastraat in hartje Moskou met rechts het gebouw van Sberbank. Foto: Kirill Kudryavtsev | ANP | AFP

Door Hubert Smeets

Sinds de installatie van Vladimir Poetin voor zijn vijfde termijn als president is het macro-economische beleid van Rusland op drift. De richting is niet eenduidig. Positief en negatief nieuws voor het Kremlin wisselen elkaar af.

De zogeheten ‘mei-decreten’, die de president inmiddels traditiegetrouw meteen na zijn inauguratie begin mei uitvaardigde, suggereerden dat de komende zes jaar een stabiele economische én demografische groei binnen handbereik ligt. De benoeming van de Keynesiaanse econoom Andrej Belooesov tot minister van Defensie in plaats van Sergej Sjoigoe was kort daarop een signaal dat Poetin rekent op een lange oorlog en daarom het militair-industrieel complex en de consumptieve civiele sectoren tot een allesoverkoepelende oorlogseconomie denkt te kunnen integreren. Als kers op de taart liet de Wereldbank begin juli weten dat de oorlogseconomie zo floreert dat Rusland qua bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking is gepromoveerd tot groep der bovengemiddeld rijke landen in de wereld.

Tegelijkertijd moest het Kremlin dit voorjaar ook een paar tegenslagen incasseren. Het besluit van de Amerikaanse regering medio juni om in een reeks nieuwe sancties ook niet-Russische buitenlandse banken te betrekken die de effectenbeurs in Moskou faciliteren, leidde in Rusland korte tijd tot chaos. De Centrale Bank probeerde die te bezweren door de beurshandel in dollars en euro’s te stoppen. Maar de sancties van de VS leken toch effect te hebben. Twaalf dagen later besloot de Russische dochterbank van de Bank of China de samenwerking met banken in Rusland die op de westerse sanctielijst te staken. Kennelijk was ook bondgenoot China huiverig voor de gevolgen van met name de Amerikaanse sancties tegen financiële instellingen in derde landen.

Alle hens aan dek

De mogelijke consequenties dienden volgens de Centrale Bank van Rusland serieus te worden genomen: verder financieel isolement zou door de stap van de Chinese dochterinstelling kunnen dreigen. Op een internationaal juridisch forum in Sint-Petersburg luidde vicevoorzitter Vladimir Tsjitsjoechin van de Centrale Bank zelfs een noodklok: om te voorkomen dat Ruslands op grondstoffen gerichte economie wordt ‘vernietigd’ als er geen internationaal betalingsverkeer meer mogelijk is, moet alles uit de kast worden gehaald om het economische wiel ‘draaiende te houden’, aldus de rechterhand van centraal bankier Elvira Nabioellina. ‘Wat gisteren impopulair leek – swaps, sommige clearingsystemen, cryptomunten – moet nu toch worden getest. Als er geen normaal betalingsverkeer meer is, is dat voor ons export- en importafhankelijke land simpelweg de dood’, zei Tsjitsjoechin.

Tegelijkertijd blijven de macro-economische cijfers rooskleurig. In 2023 zou het Russisch bruto binnenlands product met 3,6 procent zijn gegroeid, 0,5 procentpunt meer dan het mondiale gemiddelde. Over het eerste kwartaal van 2024 is een groei van 5,4 procent gemeld. De Wereldbank voorziet voor het hele jaar een stijging van het nationaal inkomen met 2,9 procent.

Deze tegengestelde signalen roepen de vraag op: hoe gaat het nu eigenlijk met de Russische volkshuishouding en hoe lang houdt de oorlogseconomie het vol? De analisten zijn het onderling niet eens.

Hoe lang oververhitting?

Over de primaire diagnose bestaat consensus. ‘De oververhitting van de Russische economie is alom een geaccepteerd feit. Topofficials, onder wie president Elvira Nabioellina van de Centrale Bank en ceo German Gref van de Spaarbank praten er zelfs openlijk over’, zo merkten Aleksandra Prokopenko (voormalig directielid van de Centrale Bank van Rusland) en Denis Kasjantsjoek (economieredacteur van de financieel-economische website The Bell) recent op in een beschouwing.

De verhitting wordt primair veroorzaakt door het feit dat de Russische staat steeds meer middelen investeert in de oorlogsvoering en de militaire industrie. In 2022 stegen de overheidsuitgaven met 17,2 procent, in 2023 met 14,2 procent. Het aandeel van de staat in het nationaal inkomen groeide mee, van 34,7 procent van het bruto binnenlands product voor de grootscheepse invasie in Oekraïne tot 36,6 procent in 2023.

Secundair speelt een rol dat de arbeidsmarkt te krap is geworden door enerzijds de gedwongen en vrijwillige mobilisatie van merendeels laaggeschoolde mannen, die aan het front worden ingezet, en anderzijds de vlucht naar het buitenland van vaak hoger geschoolde mannen die zich willen onttrekken aan de dienstplicht.

Elvira Nabioellina, hoofd van de Centrale Bank van Rusland. Foto: Kremlin

Beide ontwikkelingen leiden tot geldontwaarding die geen gelijke tred houdt met de productiviteit. In maart dit jaar waren de salarissen gemiddeld 21,6 procent hoger dan in dezelfde maand van 2023. In sommige regio’s, die draaien op de militaire industrie, stegen de lonen zelfs met een derde. De geldontwaarding liep tegelijkertijd op tot 8,6 procent. Ondanks het rentebeleid van de Centrale Bank, die de basisrente hardnekkig op 16 procent houdt en liever zelfs naar 18 procent zou willen verhogen - de hypotheekrente bij de grote banken is inmiddels al gestegen tot 20 procent - is het einde van de inflatiegolf is niet in zicht, integendeel, de prijzen stijgen dit jaar sneller dan vorig jaar. 

De economie kan dus overkoken, met alle gevolgen van dien. Centraal bankier Nabioellina waarschuwde daar eind vorig jaar voor met een beeldspraak: ‘Als we proberen harder te rijden dan de snelheid waarvoor de auto is ontworpen, als we met alle kracht op het gaspedaal blijven trappen, raakt de motor vroeg of laat oververhit en komen we niet verder. De reis mag snel gaan, maar zal niet lang duren’.

De mogelijke gevolgen van een kokende motor zijn volgens Prokopenko en Kasjantsjoek ongewis. Op basis van gesprekken met economen in Rusland geloven zij niet dat er binnen afzienbare termijn een bankencrisis of diepe recessie op de loer ligt. Dat optimisme is mede gebaseerd op het gebrek aan uitwijkmogelijkheden voor Russisch geld. Door de westerse sancties tegen bedrijven en de binnenlandse barrières tegen kapitaalvlucht zijn Russische ondernemers bijna gedwongen om in eigen land te investeren. Door de feitelijke afhankelijkheid van de Chinese yuan behoort een verder dalende roebelkoers wel tot de mogelijkheden. De analisten van The Bell durven alleen te voorspellen dat de Centrale Bank de basisrente hoog zal houden, ook al staat Nabioellina c.s. onder druk van de regering om de teugels wat te laten vieren. 

Het effect van de hoge basisrente is tot nu toe overigens beperkt. Het aantal hypotheken is door de hoge rente weliswaar met 60 procent afgenomen, maar de overheid omzeilt de hoge rente door zelf leningen met een rentekorting te verstrekken. Met deze niet-marktconforme subsidies worden volgens The Bell niet alleen militaire industrieën geholpen maar ook bedrijven in de agrarische sector.

Belastinghervorming

Het Kremlin gokt niet alleen op monetaire financiering van zijn oorlogsindustrie. De regering heeft ook lastenverzwaringen aangekondigd die tot doel hebben de schatkist te spekken en tegelijkertijd de verhitte economie wat zouden kunnen afkoelen.

Niet alleen het militair-industrieel complex, ook de uitvoering van de mei-oekazes van president Poetin zal veel extra overheidsinvesteringen vergen. Tot de volgende presidentsverkiezingen in 2030, de tijdshorizon van de decreten, is er ongeveer 100 miljard euro mee gemoeid. Snel na de installatie van de president kondigde de Russische regering daarom veranderingen in het belastingstelsel aan. De Staatsdoema heeft die intussen goedgekeurd. De nieuwe belastingwet moet jaarlijks 26 miljard euro opbrengen.

Die belastinghervorming is naar Russische maatstaven vrij ingrijpend. Vanwege het ontbreken van een historisch verankerde belastingmoraal – tot de ontmanteling van de Sovjet-Unie betaalden Russen geen individuele loonbelasting – heeft het Kremlin decennialang gezworen bij een vlaktaks van 13 en later 15 procent voor iedereen en relatief lage winstheffingen. Per 2025 verandert dat.

Politiek is de belastinghervorming een handige zet van het Kremlin

De inkomstenbelasting wordt dan progressief opgebouwd, zij het dat de oplopende percentages nog altijd veel lager blijven dan in de meeste Europese landen. Het tarief voor de laagste inkomens tot 200.000 roebel per maand (ongeveer 2.000 euro) blijft 13 procent. Gezinnen met veel kinderen worden zelfs beloond en hoeven nog slechts 7 procent te betalen. De tweede (tot 4.200 euro), derde (tot 16.000 euro) en vierde schijf (tot 42.000 euro) gaan omhoog naar 15 respectievelijk 18 en 20 procent. Daarboven geldt een toptarief van 22 procent.

Ook het bedrijfsleven wordt zwaarder belast. De vennootschapsbelasting gaat omhoog van 20 naar 25 procent. Nog meer geld wordt weggehaald bij de (staats)bedrijven in de grondstoffenbranche. De delfstoffenbelasting, die het verlieslatende staatsbedrijf Gazprom zoveel hoofdbrekens kost, wordt meer dan verdubbeld van 15 tot 37,5 procent. 

Volgens de Russische econoom Vladislav Inozemtsev zullen de burgerij en het bedrijfsleven deze hogere belastingen zonder veel mankeren gaan accepteren. Politiek is de verdeling van de tarieven een handige zet van het Kremlin. Slechts 3 tot 4 procent zal er veel van merken, terwijl de laagste inkomens en grote gezinnen juist profiteren. ‘De betekenis van de hervormingen moet niet worden overschat. Indachtig het feit dat Russen niet heel erg gesteld zijn op rijke burgers, zullen de maatregelen geen protesten uitlokken en zijn speculaties over grootschalige belastingontduiking twijfelachtig omdat de regering, anders dan in de jaren negentig, controle heeft op de financiële stromen’, aldus Inozemtsev.

Belousov PutinOnderonsje tussen Vladimir Poetin en de nieuwe minister van Defensie Andrej Belooesov. Foto: Alexander Kazakov | ANP | EPA

Maar die consolidatie wil niet zeggen dat de Russische economie er florissant bij staat. Volgens de economisch analist Alexander Kolyandr van het Center for European Policy Analysis (CEPA) wordt de rekening voor de autarkische oorlogseconomie gelegd bij ‘nepmen’: dat wil zeggen de bedrijven buiten de militaire en paramilitaire sector. ‘Natuurlijk wordt de belastinghervorming van 2025 met veel meer flexibiliteit en zelfs fijnzinniger uitgevoerd dan aan het einde van de Nieuwe Economische Politiek (NEP) eind jaren twintig, maar dit doet niets af aan de gelijkenis van hun doelstellingen’ om de staatsuitgaven te verhogen en te laten financieringen door bedrijven en burgers, aldus Kolyandr.

Rusland heeft genoeg speelruimte om de oorlogseconomie vol te houden

Inozemtsev voorziet eveneens stagnatie. Hij noemt de toestand ‘groei zonder ontwikkeling’. Dit ‘nieuwe normaal’ zal tot het einde van dit decennium aanhouden, vermoedt hij. Rusland heeft volgens hem nog genoeg speelruimte om de oorlogseconomie, met haar hoge overheidsuitgaven, vol te houden. ‘De Sovjet-Unie besteedde ongeveer 18 à 20 procent van het bbp aan militaire benodigdheden, Rusland nu circa 6 procent. De Russische economie kan het zich veroorloven om jaarlijks 10 tot 12 biljoen roebel (100-120 miljard euro) uit te geven aan de geopolitieke spelletjes van Poetin, zonder het risico van een dreigende crisis of ernstige ontberingen voor de bevolking’, betoogt Inozemtsev.

De meeste economen zijn het erover eens dat de oververhitting van nu Rusland op langere termijn schade zal berokkenen. Belangrijkste reden voor deze prognose is dat de economische groei niet het gevolg is van een navenante productiviteitsstijging maar vooral van (overheids)investeringen om de militaire machinerie op gang te houden en het verlies van buitenlandse handelsrelaties te compenseren. De hoge rentestand versterkt dit proces nog. Door de Russische beperkingen van het kapitaalverkeer – geld naar het buitenland exporteren is gelimiteerd tot een soort toeristisch niveau – hebben investeerders bovendien weinig alternatieven voor hun investeringen.

Omdat de Russische economie meer geïsoleerd is geraakt, hoeft ze minder rekening te houden met de eisen die op de internationale markten van kracht zijn. Nadelig gevolg is dat de oorlogseconomie van Rusland ongemerkt – de staat betaalt toch wel – steeds inefficiënter, onproductiever of zelfs verliesgevend kan worden. 

Een parallel met het laatste decennium van de Sovjet-Unie dringt zich op, al gaat de vergelijking niet helemaal op omdat de huidige Russische economie veel flexibeler is dan de administratieve planhuishouding in de jaren tachtig. Maar ‘op een gegeven moment zullen de onevenwichtigheden aan de oppervlakte komen’ en kan de overheid het sociale contract met de burgers niet meer nakomen. ‘Het maakt eigenlijk niet uit of dit de vorm aanneemt van confiscaties, het afschaffen van enorme subsidies, prijsverhogingen of een onbepaalde bevriezing van deposito's en pensioenen’, aldus voormalig Sberbank-econoom Aleksej Kiseljov begin juni in een commentaar voor Carnegie Politika.

Hoe betrouwbaar zijn de statistieken?

Hoe verschillend de analisten de stand van zaken ook diagnosticeren, ze kampen allemaal met een identiek probleem: de onderliggende cijfers. De data waarop de economen hun prognoses baseren, komen merendeels uit Rusland zelf: van het ministerie van Financiën of het statistisch bureau Rosstat. 

Maar zijn die gegevens wel adequaat genoeg? Hoe betrouwbaar zijn de Russische overheidsstatistieken in oorlogstijd?

Een groep Russische onderzoekers die sinds 2022 naar het buitenland zijn uitgeweken – onder wie socioloog Arnold Chatsjatoerov en datajournalist Alesja Sokolova, die beiden voor Novaja Gazeta werken – heeft niet lang geleden een Center for Data and Research on Russia (Cedar) opgericht om verschillende soorten statistieken uit Rusland op hun betrouwbaarheid te toetsen. Daar was snel na het begin van de grootscheepse oorlog tegen Oekraïne alle reden toe omdat de Russische overheid snel na de invasie maar liefst vijfhonderd datasets uit de openbaarheid liet verdwijnen. 

Wapenfabriek Uralvagonzavod 2Poetin op bezoek in een wapenfabriek van staatsbedrijf Oeralvagonzavod. Foto: Kremlin

Volgens Cedar zijn niet alle nog wel beschikbare statistieken per definitie onbetrouwbaar. Het centrum hanteert de volgende criteria: ervaringen met manipulaties in het verleden, abrupte veranderingen in de methodologie, onverklaarbare sprongen in de statistische uitkomsten, onbereikbare data en discrepanties tussen data uit verschillende bronnen. Op grond van dit onderzoek onderscheidt Cedar drie categorieën: betrouwbaar, beperkt betrouwbaar en onbetrouwbaar.

Betrouwbaar (groen) zijn meestal de medische en justitiële data, zoals statistieken over kankergevallen, vruchtbaarheid, kindersterfte, aantal strafzaken en veroordelingspercentage. 

Beperkt betrouwbaar (geel) zijn gegevens uit het medische, demografische en ecologische domein alsmede een beperkt aantal macro-economische statistieken. Cedar verwijst in deze categorie naar de volgende cijfers: het landelijk nationaal inkomen, de regionale bbp’s en begrotingen, inkomen per hoofd van de bevolking, de consumentenprijsindex, de werkloosheid, basale data in de gezondheidszorg, omvang van de bevolking en de etnische samenstelling ervan, de abortuscijfers, luchtvervuilingsgegevens en de omvang van het vaste stedelijk afval.

De militarisering van Rusland zal diepe sporen trekken in de economie

Notoir onbetrouwbaar (rood) zijn de statistieken die een relatie hebben met de oorlog en de oorlogseconomie. Zoals: de stand van de buitenlandse handel, de misdaadcijfers, de omvang van de gevangenispopulatie, het niveau van het bestaansminimum, het aantal mensen onder de armoedegrens, het inkomen en vermogen van overheidsambtenaren en bestuurders, het migratiesaldo, het tempo van de ontbossing, de doodsoorzaken onder burgers, de verliezen in de oorlog tegen Oekraïne en het aantal gemobiliseerde militairen per regio.

Afgaande op deze indeling van Cedar zijn eigenlijk alle macro-economische statistieken niet helemaal of helemaal niet betrouwbaar.

Alleen dat al maakt elke diagnose van de Russische economie, laat staan prognose voor de toekomst, een hachelijke aangelegenheid. Maar dat de militarisering en verstatelijking, die het Kremlin nu doordrijft, diepe sporen zullen trekken in de volkshuishouding staat vast. De vraag is alleen wanneer die zichtbaar worden en vooral wat de consequenties ervan zullen zijn.