Veruit de meeste buitenlandse correspondenten hebben Rusland verlaten na het begin van de Russische invasie in Oekraïne, nu ruim drieëneenhalf jaar geleden. Ze zijn veelal naar de Baltische landen vertrokken, of naar Georgië of Armenië. Joost Bosman (onder meer werkzaam voor het AD, FD, BNR, EW en EenVandaag) bleef nog tweeënhalf jaar hangen. Totdat zijn opdrachtgevers niet langer de verantwoordelijkheid wilden nemen voor zijn verblijf in Moskou. Hoe blijf je Rusland-correspondent als je zelf niet meer in het land bent?
Een man legt bloemen bij een monument voor slachtoffers van politieke repressie in Sint-Petersburg op 16 februari 2025, een jaar na de dood van Aleksej Navalny. Foto: Anatoly Maltsev / ANP / EPA
Een paar maanden geleden werd ik gebeld door een student journalistiek. Ik krijg hen vaker aan de lijn, ze willen weten hoe het buitenlandcorrespondentschap eruit ziet. Ik vertelde hem dat ik me nog voor 90 procent van de tijd met Rusland (en Oekraïne) bezighoud. ‘Maar je bent niet meer in Rusland? Dan kun je toch net zo goed vanuit Nederland gaan werken?’, hield de student me voor.
Daar raakte hij een gevoelig punt. Het is natuurlijk niet optimaal om vanuit (toen nog) Tbilisi of (inmiddels) Jerevan verslag te doen over Rusland. Toch probeerde ik hem uit te leggen dat het een meerwaarde had om vanuit de Kaukasus te werken. Maar ik kon de jongeman niet geheel ongelijk geven.
Terug naar Moskou na de invasie
In maart 2022, vlak na het begin van de invasie in Oekraïne, kondigde de Russische president Vladimir Poetin hardvochtige wetgeving af over het ‘verspreiden van nepnieuws’ en het ‘in diskrediet brengen van het Russische leger’. Het buitenlandse correspondentencorps schrok zich wezenloos, want de bizarre wetten golden ook voor hen. Ineens liepen de verslaggevers het gevaar vanwege hun werk beboet of zelfs gevangen gezet te worden. Dat was nog nooit gebeurd. Het ergste wat je kon overkomen, was dat je eruit werd geslingerd (zoals vlak voor en na de invasie twee Nederlandse correspondenten overkwam). Dan pakte je je koffers en vertrok je. Big deal. Er was altijd wel weer werk elders in de wereld.
Maar nu moesten ze zich ineens afvragen wat ze nog wel en niet mochten schrijven. En wat de gevolgen konden zijn, als je volgens de Russische autoriteiten over de schreef ging. Velen waagden het niet langer en maakten zich uit de voeten.
Toen het Russische leger Oekraïne binnenviel was ik in Kyiv. Ik besloot, mede op aanraden van collega’s, niet direct naar Moskou terug te keren, maar in Nederland uit te blazen en te herbezinnen. Daar vertelde ik de opdrachtgevers weer naar Rusland te willen. Ze waren verbaasd en twijfelden. ‘Zou je dat nou wel doen? Is het wel veilig?’ Mijn antwoord: ‘Ik wil het in ieder geval proberen. Kijken wat er nog mogelijk is. Vertrekken kan altijd weer.’
Een gepensioneerde journalist bij wie ik vier jaar in huis had gewoond, belde me vanuit Moskou. ‘Je kunt net zo goed daar blijven, je mag alleen nog maar persberichten van het ministerie van Defensie overtikken’, zei hij in zijn vrolijke cynisme. ‘Maar ik wil terug, vrienden weer zien en voorlopig wonen in Moskou’, antwoordde ik. ‘Ik wil in ieder geval nog afscheid kunnen nemen. En bovendien liggen al mijn spullen er nog.’ Hij lachtte: ‘Oké, kom dan maar en woon hier. Dat is geen probleem.’
Nare gesprekken met de veiligheidsdienst
Dus keerde ik terug en bleef nog een kleine tweeënhalf jaar. Je hield je aan de spelregels en schreef niet over ‘oorlog’ in Oekraïne, maar over de ‘speciale militaire operatie’. Steevast gevolgd door de toevoeging ‘zoals het Kremlin het grootschalige bloedvergieten in Oekraïne nog altijd bagatelliseert'. De lezer zou het wel begrijpen.
Met een smoesje kregen ze waarschijnlijk al mijn contacten en gevoelige correspondentie in handen, een vreselijk rotgevoel
Ik had nare gesprekken met de veiligheidsdienst FSB als ik het land weer binnenkwam. Soms zelfs als ik eruit ging. Eén keer troggelden ze me met een smoesje mijn telefoon af. Ze hebben ongetwijfeld al mijn gegevens gekopieerd. Een vreselijk rotgevoel, want ze hadden daardoor al mijn contacten en gevoelige correspondentie in handen.
Niet dat ik bang was of voortdurend nerveus. Ik kon gewoon over straat, naar de winkel, de sportschool, de stad in met vrienden en collega’s. En overal waren de Russen vriendelijk tegen me, omdat ik ook normaal deed tegen hen.
Ondanks de grauwsluier die er over Rusland en dus ook over mijn bestaan was getrokken, overwoog ik nooit te vertrekken. Ik vond het belangrijk te blijven, juist omdat er nog maar zo weinig correspondenten waren overgebleven. Je kon minder doen, omdat je wist dat je gevolgd zou worden als je erop uittrok. Drie keer dat ik op reportage ging buiten Moskou (Belgorod, Volgograd en de Solovki-eilanden in de Witte Zee) werd ik met de FSB geconfronteerd. Het liep altijd met een sisser af, maar het was duidelijk dat ze een signaal wilden afgeven: je kunt hier zijn, maar we houden je in de gaten.
Anonieme bronnen en niets opschrijven
In Moskou zelf en omgeving viel nog genoeg te halen. Als je je best deed, waren er altijd mensen die nog met Westerse journalisten wilden praten, al was het dan anoniem. Maar daar hadden de opdrachtgevers in Nederland begrip voor. In het huidige Rusland kan het gewoonweg niet anders.
Bovendien waren er de momenten dat er iets echt belangrijks gebeurde en het goed was dat je was achtergebleven: de muiterij van het privéleger Wagner en de moord op leider Jevgeni Prigozjin, drie maanden later, de bizarre presidentsverkiezingen en de aanslag op de Crocus City Hall door IS (ruim 140 doden), beide in maart 2024.
Als krantenjournalist kun je een vlieg aan de muur zijn, [...] ik schreef niks op, maar onthield wat mensen zeiden
Natuurlijk ook de dood van oppositieleider Aleksej Navalny. Er hing een elektrisch geladen spanning over Moskou, toen de dag na zijn overlijden aanhangers bloemen kwamen leggen bij het monument voor repressieslachtoffers tegenover het FSB-hoofdkwartier, de ‘Loebjanka’. Voordat ik erheen ging hoorde ik dat buitenlandse camerateams weigerden ernaartoe te gaan, bang om te worden opgepakt. Maar als (overwegend) krantenjournalist kun je een vlieg aan de muur zijn. Dus wachtte ik bloemenleggers op, sprak ze aan en als ze toestemden om iets te zeggen (‘het mag anoniem'), praatten we tweehonderd meter verderop.
Ik schreef niks op, maar onthield wat ze zeiden. Als we uiteen gingen, sprak ik op mijn dictafoon hun woorden in. Het was niet eens zozeer om mezelf buiten het vizier van de rondzwermende FSB’ers te houden, maar vooral mijn gesprekspartners. Die zouden echt in de problemen kunnen komen door met buitenlandse verslaggevers te praten, dacht ik. ‘Zo kun je toch niet werken?!’, sprak een chef nieuwsdienst van een van de opdrachtgevers verbijsterd. Maar toch, het ging.
Uitvaart van Navalny
De uitvaart van Navalny was huiveringwekkend. Niemand, aanhangers noch journalisten, wist van tevoren wat er zou gebeuren bij de kerk in een Moskouse buitenwijk, waar de ceremonie voor de oppositieleider zou plaatsvinden.
Zenuwachtig stond de mensenmassa rond de kerk tegenover en omringd door een geweldige macht aan oproerpolitie. Op enig moment hield een jongeman het niet meer en begon een paar keer de naam van de waarschijnlijk vermoorde oppositieleider te scanderen. Omstanders maanden hem paniekerig tot stilte: ‘Ssssjt, straks slaan ze ons nog uiteen!’ Maar langzaamaan begonnen anderen zijn voorbeeld te volgen. En al snel echode het uit duizenden kelen tegelijk door de hele wijk: ‘Aleksej bedankt!’ Een siddering door het lijf en een brok in de keel.
Ik snelde naar huis om twee stukken te schrijven en had maar weinig tijd, dus kon ik er niet de ziel en zaligheid in leggen die ik had gewild. Niettemin kreeg een van de redacties een e-mail van een lezeres. ‘Dank voor de reportage over de begrafenis van Navalny’, schreef ze. ‘Ik kreeg kippenvel bij het lezen. Het was alsof ik er zelf bij was.’ Voor mij was het de bevestiging dat het goed was, dat ik nog steeds in Moskou woonde en werkte.
Het is de meerwaarde van een correspondent: je geeft couleur locale aan het land waar je woont en werkt. Je ziet, hoort en voelt dingen, die redacteuren in Nederland niet meekrijgen. Ze schrijven prima stukken, maar vaak gebaseerd op persbureaus, buitenlandse media en experts die zich in eigen land bezighouden met Rusland. Niets ten nadele van de laatsten, maar ook zij proeven niet de sfeer die er hangt.
Van de grauwsluier in Moskou naar sprookjesachtig Tbilisi
Nog geen twee weken later kreeg ik een telefoontje van de hoofdredacteur van de krant die al bijna tien jaar medewerking verleende voor het verkrijgen van mijn accreditatie in Rusland. Ze vertelde me dat ze daarmee wilde stoppen. ‘Ik teken iedere drie maanden een brief aan het ministerie in Moskou en ik weet eigenlijk niet waarvoor. Tegelijkertijd kan ik jouw veiligheid in Rusland niet garanderen’, was haar verklaring.
Er is niet één westerse correspondent opgepakt vanwege zijn of haar berichtgeving
Ik had begrip voor haar standpunt, maar was het er niet mee eens. Want ondanks de schimmige dreiging, het naargeestige klimaat in Rusland en de nog altijd voortrazende oorlog in Oekraïne, was er niet één westerse correspondent opgepakt vanwege zijn of haar berichtgeving. De kans dat dat werkelijk zou gebeuren, was niet groot, hield ik de hoofdredacteur voor. ‘Maar de kans is niet nul’, luidde het diametraal tegenovergestelde antwoord.
Ook in diplomatieke kringen, die voortdurend een vinger aan de pols hielden bij het danig uitgedunde correspondentenvolkje, heerste twijfel. ‘De kans op het ergste scenario is klein, maar we weten het gewoon niet’, zei een diplomaat, gevraagd naar zijn inschatting. Misschien was het gunstig voor de carrière van een hoge FSB-officier om op enig moment een Nederlander op te pakken en zou hij niet aarzelen het te doen. Over de motieven van de Russische autoriteiten tast je altijd in het duister.
Het beroemde beeld van Wagnerleider Jevgeni Prigozjin in Rostov aan de Don, waar Wagner in 2023 korstondig de controle overnam in de opmars naar Moskou. Foto: Telegram @razgruzka_vagnera / ANP / AFP
Dus vertrok ik eind juni 2024 uit Rusland om er niet meer terug te keren. Ik besloot me in de Georgische hoofdstad Tbilisi te vestigen, omdat het land tegen Rusland aan ligt, er nog veel Russisch wordt gesproken en je tenminste nog in de Sovjetregio bent.
Wonen in Tbilisi, met zijn sprookjesachtige, ongrijpbare sfeer, was een verademing. Ik zocht er direct mensen op die ik nog uit Moskou kende en die Rusland waren ontvlucht. Onder de uitgeweken Russische gemeenschap bevinden zich ook politici, politicologen en andere deskundigen, die als waardevolle bronnen kunnen dienen.
Met een verrekijker naar de buren loeren
Daarnaast blijven er gesprekspartners in Moskou, die de moed hadden te blijven of simpelweg niet de mogelijkheid te vertrekken. Zij zullen altijd antwoorden, uit het besef dat het belangrijk is dat Rusland niet verwordt tot een zwart informatiegat. Een paar dapperen mag ik altijd met naam en toenaam citeren, anderen zijn, begrijpelijkerwijs, voorzichtiger. Weer anderen weigeren sinds de invasie in Oekraïne de telefoon op te nemen en reageren niet meer op appjes. Misschien is ook hun verteld contact met westerse journalisten te mijden.
Ook op de Russische ballingen buiten Rusland kan ik altijd een beroep doen. Zij volgen nog steeds op de voet wat daar gebeurt en houden nauw contact met het thuisland. Ze kunnen de situatie daardoor beter duiden dan ikzelf of buitenlandse deskundigen, die soms al jaren niet meer in Rusland zijn geweest. Op die manier kom je altijd wel aan je informatie en quootjes voor je stukken. Via internet is de hele wereld bereikbaar. En een voordeel is, dat uitgeweken Russen vrijuit kunnen spreken. Ze zijn immers grotendeels buiten bereik van het Kremlin.
Reportages maken is er natuurlijk niet meer bij, al stuur ik nog weleens een Russische vriend (ook opgeleid tot journalist) de straat op om wat burgers te ondervragen over wat er speelt. Op die manier kun je toch nog wat plaatselijke kleur aanbrengen in je artikelen.
Maar het blijft behelpen. Ik volg nauwgezet wat er allemaal in Rusland gebeurt, lees op internet Russische nieuwssites (ook de staatskranten) en kijk veel YouTube-kanalen waarin actuele gebeurtenissen worden besproken. Het is roeien met de riemen die je hebt, even niet anders, second best en andere clichés. Het gevoel blijft evenwel, dat je met een verrekijker naar de buren zit te loeren.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.