De belangrijkste organisatie die zich inzet voor slachtoffers van huiselijk geweld in Rusland, Nee tegen geweld, moet de deuren sluiten vanwege haar status als ‘buitenlandse agent’. In 2017 werd huiselijk geweld al gedeeltelijk gedecriminaliseerd. Claire de Corte schrijft dat de strijd tegen huiselijk geweld uitzichtloos is geworden, terwijl de Russische overheid het belang van het gezin steeds hoger op de politieke agenda plaatst.
'Nee tegen geweld'. Illustratie: Claire de Corte
Galina Baskakova, een inwoner van Moskou, werd jarenlang lastiggevallen door haar ex-man. Ondanks een scheiding in 2019 woonde zij samen met haar volwassen dochter en zoon noodgedwongen nog steeds met hem in hetzelfde appartement. Zowel Galina als haar dochter werden het slachtoffer van ernstige vormen van huiselijk geweld: fysieke en psychologische mishandeling, constante vernederingen, beperking van toegang tot gemeenschappelijke leefruimtes en seksuele intimidatie. Ondanks herhaalde meldingen weigerde de politie in te grijpen en Galina’s ex-man strafrechtelijk te vervolgen. Door procesfouten werd haar zaak voortdurend heen en weer gestuurd tussen de politie en de rechtbank. Als gevolg hiervan leefden Galina en haar kinderen vijf jaar lang in een onhoudbare en onveilige thuissituatie, zonder bescherming.
‘Samen met de advocaten lopen we al jaren in cirkels tussen de rechtbank en de politie. Ondertussen is de zaak over de mishandeling van januari 2021 nu gesloten omdat de zaak is verjaard’, vertelde Galina tegen het Consortium van Niet-gouvernementele Vrouwenorganisaties, een Russische organisatie die slachtoffers van huiselijk geweld juridische bijstand biedt. ‘Toen ik een persoonlijk gesprek had met de plaatsvervangend officier van justitie, adviseerde zij mij simpelweg mijn appartement te verlaten en te verhuizen om zo het probleem van de mishandeling op te lossen en “de spanning van het conflict te verlagen”.’
Ondanks herhaalde meldingen weigerde de politie in te grijpen
Galina’s zaak is niet uniek. Volgens haar advocaat Maria Nemova, die verbonden is aan datzelfde Consortium van Niet-gouvernementele Vrouwenorganisaties, is de wet zo geformuleerd dat de politie en de rechtbanken weinig haast maken met de behandeling van zaken omtrent huiselijk geweld. Daarom stapte Galina met haar advocaat naar het Constitutionele Hof – het hoogste juridische orgaan van Rusland – om bepaalde regels in het Russische Wetboek van Strafvordering ongeldig te verklaren. In de praktijk bieden deze wetten namelijk geen effectieve bescherming bieden tegen huiselijk geweld.
Het Constitutionele Hof wees haar eis af, maar stelde wel vast dat rechtbanken verplicht zijn om aanklachten van herhaalde mishandeling direct in behandeling te nemen. Galina kreeg een schadevergoeding toebedeeld omdat ze geen recht kreeg op bescherming. Ogenschijnlijk een eerste stap naar gerechtigheid, maar echte bescherming blijft in de praktijk vaak uit voor slachtoffers van huiselijk geweld.
De gedeeltelijke decriminalisering van huiselijk geweld
Deze kafkaëske toestand is een direct gevolg van de gedeeltelijke decriminalisering van huiselijk geweld in 2017, die destijds voor veel commotie zorgde. Huiselijk geweld valt meestal onder artikel 116.1 van het Russische Wetboek van Strafrecht, ook wel de poboj-wet genoemd (poboj betekent ‘slaan’ of ‘mishandelen’). Volgens deze wet is een eerste geval van lichte mishandeling niet strafbaar. Om als ‘eerste keer’ te gelden, moet het slachtoffer bovendien zelf een aanklacht indienen. Pas bij herhaalde overtreding binnen een jaar wordt het als een misdrijf beschouwd en moet de zaak voor de rechter komen.
De officiële verklaring voor deze wetswijziging was dat die het justitiële systeem zou ontlasten en het voor slachtoffers eenvoudiger zou maken om een strafrechtelijke procedure te starten. Feministische organisaties, waaronder het Consortium van Niet-gouvernementele Vrouwenorganisaties en Nee tegen geweld, kwamen in verzet. Zij stelden dat het decriminaliseren van een eerste geval van mishandeling in strijd is met de mensenrechten en internationale verdragen waarin Rusland partij is. Volgens tegenstanders normaliseert het geweld binnen de huiselijke sfeer en ontneemt het slachtoffers van huiselijk geweld hun recht op bescherming.
De Russisch-Orthodoxe Kerk en conservatieve politici in de Doema (het Russische lagerhuis) verzetten zich op hun beurt weer tegen de zogenaamde ‘westerse ideologie’ waar tegenstanders van de wetswijziging zich door zouden laten leiden. Hiermee plaatsten zij huiselijk geweld binnen het kader van traditionele gezinswaarden en werd de wetgeving omtrent huiselijk geweld een sterk gepolitiseerde kwestie.
‘Heb je gevochten in Oekraïne, dan mag je geweld plegen’
Ondertussen werd 2024 door Poetin tot het ‘Jaar van het gezin’ benoemd. De oorlog in Oekraïne is niet alleen een geopolitieke strijd, maar ook een gevecht tegen het ‘vervallen’ Westen en ter bescherming van de ‘traditionele waarden’. De rechtspraak wordt ingezet als instrument van conservatieve politiek: wetten en procedures worden zo geïnterpreteerd en toegepast dat patriarchale gezinsstructuren en hiërarchieën worden versterkt, terwijl de bescherming van kwetsbare groepen, zoals vrouwen en kinderen, ondergeschikt raakt aan de ideologische doelen van het regime.
Vergelijking: femicide en huiselijk geweld in Nederland en in Rusland
- De kans op femicide in de huiselijke sfeer is in Rusland ongeveer vier keer zo groot als in Nederland.
- In Nederland krijgt 8% van de inwoners (die ouder zijn dan 18 jaar, bij jongeren ligt dit percentage hoger) te maken met huiselijk geweld. In Rusland is dat 24% van de inwoners.
- In Nederland worden jaarlijks gemiddeld 40 vrouwen vermoord, van wie 79% door een (ex-)partner of familielid. Dat is 1 op de 569.303 inwoners. In Rusland worden jaarlijks gemiddeld 1.062 vrouwen per jaar door hun partner of een familielid vermoord. Dat is 1 op de 135.122 inwoners.
Experts waarschuwen voor een toename van geweld in de Russische samenleving door de oorlog. Soldaten die terugkeren van het front worden als helden beschouwd, terwijl beleidsmaatregelen voor wapenbezit en de psychologische nasleep van de oorlog nagenoeg ontbreken. Bovendien worden strafzaken tegen mannen opgeschort zodra zij deelnemen aan de oorlog tegen Oekraïne. Daardoor genieten zij effectief volledige immuniteit. Na terugkeer geldt hun deelname aan de oorlog vaak als verzachtende omstandigheid, waardoor doorgaans lagere straffen worden uitgedeeld bij strafzaken over huiselijk geweld.
Experts waarschuwen voor een toename van geweld in de Russische samenleving door de oorlog
Een berucht voorbeeld deed zich voor in een recente moordzaak. Op 29 augustus 2024 vermoordde Artjom Boechin zijn vrouw en haar zevenjarige dochter uit een eerder huwelijk, kort nadat hij van het front was teruggekeerd. Hij was eerder al veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor moord en verkrachting, maar kreeg gratie vanwege zijn deelname aan de oorlog. De nieuwe moord op zijn vrouw en haar dochter werd daardoor niet als recidive (herhaling van het misdrijf) beschouwd, waardoor hij slechts een veel lichtere straf opgelegd kreeg.
De combinatie van heldenverering, patriarchale normen en het gebrek aan nazorg creëert een gevaarlijke cultuur van immuniteit met de centrale gedachte: ‘heb je gevochten in Oekraïne, dan mag je geweld plegen’.
'Victim blaming' of traditionele waarden?
Ook de kerk doet weinig aan de bescherming van vrouwen. In plaats daarvan gooit zij olie op het vuur door maatschappelijke problemen steeds vaker toe te schrijven aan de ‘ongehoorzaamheid van vrouwen’, ‘onvoldoende strenge opvoeding van kinderen’ of ‘te veel rechten’. Dit alles zou leiden tot de vernietiging van gezinnen, een toename van echtscheidingen, een daling van het geboortecijfer en uiteindelijk tot een totale ontwrichting van de samenleving.
Van Russische vrouwen wordt verwacht dat zij de hoon van hun partners over zich heen laten komen. Dat is hun patriottische plicht. Vaak krijgen zij de schuld van stress, alcoholisme en huiselijk geweld – een typisch geval van victim blaming, vertelt psycholoog Tatjana Orlova in gesprek met Novaja Gazeta.
‘De priester neemt één specifiek voorbeeld van een relatie en presenteert het als een standaard, waarbij de vrouw wordt neergezet als grillige kostganger. De verantwoordelijkheid voor het lijden van de man komt op haar schouders te liggen. De man verschijnt daarentegen als een heroïsch slachtoffer dat het gezin redt van economische ondergang. In werkelijkheid ziet het typische levensverhaal van een gezin in Rusland er heel anders uit,’ aldus Orlova.
Verdeling huishoudelijke taken in Rusland
Onderzoek van het Levada-centrum en de Hogere School voor Economie (HSE) in Moskou wijst uit dat meer dan 80% van de Russische vrouwen (ook zij die werken) het huishouden runt, kookt en wast voor het hele gezin. In 70-75% van de gevallen ligt de zorg voor de kinderen helemaal of grotendeels bij de moeder.
Slechts 10% van de Russische mannen levert een gelijk aandeel in het huishouden. Als de man het geld verdient en de vrouw bij de kinderen blijft, beschouwt de man het verdiende geld als volledig van hem.
De orthodoxe priester Andrej Kordotsjkin heeft zich openlijk uitgesproken tegen de oorlog en benadrukt dat de religieuze retoriek die wordt gebezigd door de kerk niets met het Christendom te maken heeft. Door geweld tegen vrouwen en kinderen goed te keuren en plichten boven rechten te plaatsen, wordt volgens hem de kern van het evangelie steeds meer verdrongen door controle en het belang van de staat. ‘Getraumatiseerde mensen zijn makkelijker te controleren. Zij zullen geen lastige vragen stellen, maar gewoon zeggen: “de priester heeft het zo gezegd”.’
Buitenlandse agent
Kritiek op traditionele waarden wordt door het regime gezien als een bedreiging van de nationale eenheid, die noodzakelijk is voor het voortzetten van de oorlog. ‘De president begrijpt alleen een systeem waarin de macht van boven komt, waar slechts enkelen heersen en de rest controleert en bepaalt wat goed is voor hen', zegt Anna Rivina, de oprichter van Nee tegen geweld. ‘Maar als er in het gezin een democratie ontstaat, waarin iedereen zijn eigen mening en stemrecht heeft, waar zal dit dan toe leiden? Dan gaan mensen misschien wel iets van de staat eisen en dat is natuurlijk niet de bedoeling.’
Daarom smoort het regime elke kiem van een onafhankelijke burgermaatschappij. Ook op het gebied van LHBTI-rechten, klimaatactivisme en betere gezondheidszorg. De ‘Buitenlandse Agentenwet’ is het meest effectieve pressiemiddel van het Kremlin. Non-gouvernementele organisaties (ngo’s), zoals mensenrechtenorganisaties en milieuorganisaties, en steeds vaker ook individuen – journalisten, bloggers, muzikanten, schrijvers – moeten zich registreren als ‘buitenlandse agent’ wanneer zij financiële steun uit het buitenland ontvangen en zich daarnaast bezighouden met politieke activiteiten.
Het regime smoort elke kiem van een onafhankelijke burgermaatschappij
Zij die als ‘buitenlandse agent’ worden bestempeld staan onder verscherpt toezicht, hebben beperkte toegang tot overheidsinstanties en -diensten en kunnen hoge boetes opgelegd krijgen als ze (de vaak onduidelijke) regels overtreden. Bovendien heeft het stempel van ‘buitenlandse agent’ ongeveer dezelfde connotatie als ‘spion’ of ‘verrader’, wat hun geloofwaardigheid ernstig ondermijnt.
Dit heeft ook Nee tegen geweld de kop gekost. De organisatie zegt dat het aan meer dan tienduizend mensen directe hulp heeft geboden en organiseerde landelijke bewustwordingscampagnes over huiselijk geweld, ontwikkelde een speciale app waar slachtoffers hulp konden vinden (waaronder juridische hulp) en hielp ook daders die hun gedrag wilden veranderen.
Met de sluiting van vrouwenrechtenorganisaties als Nee tegen geweld verdwijnt ook het laatste tegengeluid tegen de nu dominante conservatieve retoriek, waardoor kwetsbare groepen nog kwetsbaarder worden en de strijd tegen huiselijk geweld uitzichtloos.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.



